Het evenwicht van samenwerken
In de wereld van jeugdhulp zit een bijzonder evenwicht: het samenwerken van ouders en hulpverleners. Ouders zijn de rotsen in het leven van hun kinderen,
Het valt mij op dat we, als samenleving, het begrip jeugdhulp steeds meer beperken. Hulp en zorg worden steeds meer gericht op het behandelen en stabiliseren van specifieke problemen. Maar wat gebeurt er met de bredere zorgbehoeften van gezinnen, met name die van kinderen met een beperking of chronische aandoeningen? Het lijkt alsof deze groep vaak niet de aandacht krijgt die ze nodig heeft, ondanks dat de Jeugdwet juist ook voor hen bedoeld is. Deze groep vormde na de transitie in 2015 de grootste doelgroep die onder verantwoordelijkheid van gemeenten kwam te vallen, na de jeugd-ggz.
Het is tijd om opnieuw na te denken over de invulling van jeugdhulp. De Jeugdwet biedt ruimte voor veel meer dan alleen behandelingen of het oplossen van problemen. In de wet wordt jeugdhulp omschreven als ondersteuning van jeugdigen en hun ouders bij het omgaan met de gevolgen van onder andere psychische en fysieke aandoeningen, maar ook het bevorderen van participatie en zelfredzaamheid van jongeren met een beperking. Dit raakt een veel breder spectrum dan vaak wordt gedacht. Het omvat bijvoorbeeld kinderen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, maar ook kinderen met chronische psychische of psychosociale problemen. En juist deze groep heeft soms zorg nodig die verder gaat dan het werk van behandelaren en therapeuten.
Laten we dus eens stilstaan bij wat de Jeugdwet daadwerkelijk zegt. Het biedt ondersteuning voor de volgende zaken:
Ondersteuning bij het verminderen, stabiliseren, behandelen of omgaan met psychische, psychosociale of gedragsproblemen, of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van de ouders.
Het bevorderen van de deelname aan maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, of een chronisch psychisch probleem.
Het ondersteunen bij of overnemen van activiteiten in de persoonlijke verzorging, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid van jeugdigen met een beperking of aandoening.
Wat een rijkdom aan mogelijkheden! De wet biedt ruimte voor een breed scala aan zorg en ondersteuning voor kinderen met diverse beperkingen. Toch blijkt in de praktijk dat jeugdhulp in veel gevallen vooral gericht is op behandeling en minder op het bevorderen van participatie of het ontwikkelen van zelfredzaamheid, zoals beschreven in de punten 2 en 3. In veel regio’s is dit moeilijk te realiseren. Het gaat namelijk verder dan de reguliere behandeling door therapeuten en vraagt om een diversiteit aan expertise en professionals die gezamenlijk de zorg kunnen bieden.
In de zoektocht naar vereenvoudiging van het zorgaanbod, bijvoorbeeld door inkoop van zorg en contactbeheer, verdwijnt deze noodzakelijke diversiteit vaak. Wat we dan zien, is dat deze zorg steeds meer onder druk staat. De vraag is dus: kunnen wijkteams deze ondersteuning wel leveren? In sommige gevallen worden wijkteammedewerkers verantwoordelijk voor het indiceren en begeleiden van gezinnen. Maar kunnen zij deze complexe zorg wel aan? Hebben zij de juiste opleiding en expertise in huis om kinderen met diverse beperkingen te begeleiden? Het begeleiden van kinderen met een beperking of chronische aandoening is namelijk een vak apart, waarvoor specifieke kennis en vaardigheden nodig zijn.
Ook speelt de vraag of specialistische teams, met HBO+ en universitair geschoolde zorgprofessionals, deze begeleiding op zich kunnen nemen. Maar hoeveel tijd en middelen mogen zij daar voor krijgen? En hoe goed sluit dit aan bij de behoeften van jongeren die misschien wel hun hele leven lang begeleiding nodig hebben?
Deze vragen brengen ons bij de kern van de uitdaging: hoe zorgen we ervoor dat jeugdhulp voor kinderen met een beperking of chronische aandoening daadwerkelijk toereikend is? Ik nodig je uit om hierover na te denken en samen met andere professionals, gemeenten, zorgaanbieders én ouders te reflecteren. Wat kunnen we verbeteren? Wat ontbreekt er? Het is tijd om de jeugdhulp opnieuw te toetsen, zodat we zorgen dat ieder kind de zorg krijgt die het nodig heeft.
Laten we samen met ouders, jongeren en ervaringsdeskundigen de dialoog aangaan en leren van elkaar. Door écht goed naar de zorgbehoeften van gezinnen te kijken, kunnen we de jeugdhulp verbeteren en ervoor zorgen dat de juiste ondersteuning beschikbaar is voor alle kinderen die dat nodig hebben.
In de wereld van jeugdhulp zit een bijzonder evenwicht: het samenwerken van ouders en hulpverleners. Ouders zijn de rotsen in het leven van hun kinderen,
In een wereld die steeds diverser wordt, zou je verwachten dat er juist veel ruimte is voor verschillen en unieke talenten – zeker op school.
In Nederland zijn er voor gezinnen veel verschillende vormen van hulp, zorg en ondersteuning voor allerlei verschillende levensgebieden. In deze ontwikkeling ontbreekt vaak het overzicht
Elk mens is uniek en met Keysactivatie laten we mensen en teams ontdekken hoe ze van betekenis kunnen zijn en groeien. Wil je jezelf ontwikkelen in ervaringsdeskundigheid, strategisch advies over beleid, of samenwerking met ervaringsdeskundigen? Laten we kennismaken en samen ontdekken wat we voor elkaar kunnen betekenen.